De geldkraan open, en hopen dat de zorgen daardoor vanzelf verdwijnen, daar
geloven we in Europa niet in. Dat is meer iets voor die optimistische
Amerikanen. In Europa wordt gehakt en gesneden.

De noodzaak tot forse ingrepen is natuurlijk het grootst in de landen in het
zuiden waar ze vaak te lang op te grote voet hebben geleefd. Doen ze daar in
Zuid- Europa wel een beetje hun best?

Z24 keek of het afgaande op de beschikbare cijfers van statistiekbureau
Eurostat een beetje wil vlotten met een aantal cruciale hervormingen en
maatregelen bij de PIIGS (Portugal, Ierland, Italië, Spanje en natuurlijk
Griekenland). Daarnaast keken we ook naar Letland, strikt gezien geen
euroland, maar omdat het de munt aan de onze heeft vastgeklonken, maakte het
landje aan de Oostzee hetzelfde door als veel Zuid-Europese landen.

Loonmatiging bij bedrijven
Een van de grootste problemen van de zwakke eurolanden is dat ze niet
concurrerend zijn. De lonen van werknemers zijn er, in verhouding met het
werk dat ze verzetten, te hoog, waardoor ze hun producten niet concurrerend
kunnen exporteren en het vaak goedkoper is om spullen uit het buitenland te
halen dan ze zelf te maken.

Kon een land als Griekenland of Spanje dat probleem vroeger oplossen door de
munt te devalueren, waardoor producten goedkoper werden en de export kon
worden aangejaagd, binnen de eurozone kan dat niet. De enige manier om de
lonen in overeenstemming te brengen met de productiviteit, is de lonen
daadwerkelijk te laten dalen.

Het beste hebben ze dat gedaan in Letland. Daar kregen werknemers gewoon te
horen dat ze vijf, tien, twintig procent of gewoon de helft minder gingen
verdienen, zo berichtte The Baltic Times. Halverwege 2009 lagen de
gemiddelde lonen bij bedrijven er al 7 procent lager dan in 2008, zo blijkt
uit gegevens van Eurostat.

De Grieken hebben tot 2010 gehoopt dat de boel wel zou overwaaien, maar
inmiddels dalen daar de lonen ook.

In Italië, Portugal en Spanje is er nog helemaal niet aan loonmatiging gedaan.
En dat is vooral in Portugal en Spanje geen compliment waar, aangezien de
werkloosheid, en zeker de jeugdwerkloosheid, enorm hoog is.

Natuurlijk kun je als overheid de vakbonden misschien niet sturen, maar het
versoepelen van het ontslagrecht kan helpen een vastgeroeste arbeidsmarkt in
beweging te brengen.

Lonen van ambtenaren
Als je als overheid moet snijden, dan kun je het best beginnen met je eigen
vlees. Letland verlaagde de ambtenarensalarisssen in 2009 met 25 procent.
Dat is nog eens wat anders dan de 'nullijn' voor ambtenaren van minister
Piet-Hein Donner.

Griekenland, dat te veel en overbetaalde ambtenaren kent, verlaagde het
inkomen van de ambtenaren in 2010 met tien procent. Maar na deze ingreep,
waarbij de ambtenaren onder andere hun 'veertiende maand' moesten inleveren,
stegen de lonen weer iets.

Ierland heeft de ambtenarensalarissen in 2010 met vijf procent verlaagd.
Portugal en Spanje zijn wat voorzichtiger begonnen, maar de lonen in de
publieke sector dalen er nu ook.

Op dit punt krijgen vooral de Italianen een dikke onvoldoende. Hoe het zit met
de ambtenarensalarissen In Italië, weten we namelijk niet. Diezelfde
ambtenaren waarvan we willen weten of ze er op voor- af achteruit zijn
gegaan, zijn er nog niet aan toegekomen die gegevens naar Eurostat te
sturen.

Begrotingstekort
Griekenland krijgt elke keer weer op zijn kop, omdat het de
begrotingsdoelstellingen van het IMF, de ECB en de Europese Commisse niet
haalt. Maar hier moet ter verdediging wel worden aangevoerd dat de Grieken
toch wel hard hun best doen.

Geen land in Europa dat harder heeft bezuinigd dan Griekenland. Athene wist in
één jaar (2010) een derde van het tekort weg te werken.

Dat de Grieken toch telkens op het matje moet komen, is omdat de
doelstellingen niet zijn geformuleerd in miljarden euro's die het land
minder mag uitgeven, maar als percentage van het bruto binnenlands product.
Door de krimp van de Griekse economie valt het begrotingstekort als
percentage van het bbp dan toch telkens weer tegen, hoewel er voor miljarden
euro's minder is uitgegeven.

Eigenlijk zijn de meeste landen in Zuid-Europa fors aan het bezuinigen. En dat
gaat het niet om zes procent minder uitgeven zoals in Nederland, maar
minstens het dubbele. De negatieve uitzondering is Portugal. De Portugezen
brachten het tekort maar met een procentje terug.

Pensioenen
Bezuinigen is nodig voor de korte termijn, maar met de vergrijzing op komst,
moet er ook worden gekeken naar de pensioenen. De pensioenleeftijd zal in de
meeste landen omhoog moeten, wil het straks voor de werkenden dragelijk zijn
om al die bejaarden een redelijke oude dag te bezorgen.

De pensioenleeftijd moet omhoog, en de uitkeringen omlaag, want anders zijn de
overheidsfinanciën op termijn alsnog onhoudbaar.

Hoe staat het met de pensioenleeftijden in de PIIGS-landen, en dan wel de
daadwerkelijke, niet de wettelijke pensioenleeftijd? Iedereen kent de
horrorverhalen over Grieken die vanaf 50ste met pensioen gaan. En inderdaad
zijn er bij sommige Griekse beroepsgroepen wel heel riante regelingen:
moeders met afhankelijke kinderen konden soms met vijftig stoppen. Een deel
van de ambtenaren mocht tot voor kort na 35 arbeidsjaren stoppen met werken
met behoud van 80 procent van hun laatst verdiende loon.

Maar dat zijn toch vooral de excessen. Gemiddeld gaat de Griekse man feitelijk
maar twee maanden eerder met pensioen dan de Nederlander, zo blijkt uit
gegevens van Eurostat. Er zijn namelijk ook veel Grieken, zij die niet bij
de overheid werken maar gewoon olijven telen of feta maken, die eigenlijk
nooit met pensioen gaan.

Niettemin valt er op het gebied van pensioenhervormingen nog flink wat te
doen: in 2015 wil Griekenland de gemiddelde pensioenleeftijd naar 63 hebben.
Dat is iets waar de Portugezen overigens weer jaloers op zullen zijn. In
Portugal zijn er heel wat jonge pensionados van Noord-Europese afkomst. Maar
de feitelijke - en dus niet de wettelijke - pensioenleeftijd van mannen in
Portugal is 67. Portugese mannen werken liefst vijf jaar langer door dan hun
Nederlandse collega's.

Recessie
De PIIGS houden niet alleen hun handje op bij Duitsland en de andere rijkere
eurolanden. Er wordt echt daadwerkelijk gehakt, gesneden en hervormd. Vooral
de Ieren zijn niet teruggeschrokken voor harde maatregelen. Maar dat land
moest in 2010 vrijwel de gehele nationale bankensector redden, waardoor
eerdere inspanningen om het begrotingstekort terug te dringen, teniet zijn
gedaan. Maar op het gebied van loonmatiging hebben ze wel laten zien dat ze
bereid zijn een offer te brengen.

Landen als Spanje, Portugal, Italie en, ook Griekenland, zullen nog dieper
moeten snijden. Hoe diep? Kijk naar Letland, de kampioen bezuinigen van
Europa. Nergens was de recessie zo diep, 17,7 procent krimp in 2009, maar
ook nergens werd zo hard ingegrepen. En met resultaat.

De geharde Letten waren na tientallen jaren Sovjetbezetting niet bang voor
stevige maatregelen. Ze tonen aan dat als je maar bereid bent veel offers te
brengen, je de euro niet uit hoeft, of in hun geval niet hoeft los te laten.
De Letse economie groeit weer en de lonen zijn zelfs weer een beetje
gestegen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl